Waar zijn de vrouwelijke Kamerleden gebleven?

‘HET KOMT ALLEMAAL doordat de politiek een ruk naar rechts heeft gemaakt’, mopperde een feministische vrouw die ik dit weekeinde toevallig sprak. ‘Rechtse partijen hebben immers minder vrouwen op hun kieslijst. Dus komen er nu minder in de Tweede Kamer.’

We hadden het, uiteraard, over het maffe verschijnsel dat er straks opeens wel érg weinig vrouwen in de Tweede Kamer zitten. Momenteel is nog 40 procent van de Kamerleden vrouw; straks is dat nog maar een derde. Omgerekend zijn dat er trouwens maar 8 minder, maar toch, je zult de dames op bezoek krijgen, het is een huiskamer vol.

En nu dus een ruk naar rechts. Zou dat echt de reden zijn? Ik had zin om het toch eens uit te excellen.

Eerst maar eens de kieslijsten erbij. Ja, het is waar: de progressieve partijen hebben, door de bank genomen, meer vrouwelijke kandidaten op hun lijst staan dan de conservatieve partijen – en de linkse meer dan de rechtse. Volgens een bijna voorspelbaar patroon: de Partij van de Dieren, GroenLinks en de PvdA hebben de meeste vrouwen op hun kieslijst; de minste vrouwen vind je bij Forum voor Democratie, PVV, CDA en VVD. (De principieel vrouwloze SGP noem ik dan nog niet eens).

Vrouwen en rechts, dat zit niet lekker. Je ziet het meteen als je de partijen ordent van links naar rechts en van progressief naar conservatief, en er een lijntje doorheen trekt:

vrouwen1
Partijen geordend volgens de indeling van de politieke ruimte in links-rechts en progressief-conservatief, van André Krouwel.

Maar aan de andere kant: zou ‘meer rechts’ nou het enige zijn dat die acht verdwenen vrouwen verklaart?

Laten we voor de grap eens doen alsof er helemaal geen ruk naar rechts is geweest. En alsof de verkiezingsuitslag precies hetzelfde was als in 2012 – maar dan met de kieslijsten van 2017. De PvdA zou op 38 zetels blijven, VVD op 41, de PVV op 15 en zelfs wonderboy Jesse Klaver zou gewoon op 4 zetels blijven staan.

Wat zou dat betekenen voor het aantal vrouwen in de Kamer? Je gelooft je ogen niet: ook in ons nepparlement van 2017 neemt het aantal dames af: van 60 naar 56.

Dat zijn er nog maar vier, maar toch is het raar, te meer als je bedenkt dat het aantal vrouwelijke parlementsleden door de jaren heen geleidelijk toeneemt (volgens de formule y = 1,2593x – 2468,1, om precies te zijn). En volgens die trend hadden we in 2017 in theorie toch onderhand moeten doorstijgen naar 72 vrouwen:

vrouwen2
Toename van het aantal vrouwen in de Tweede Kamer, sinds 1970. De rondjes zijn verkiezingsuitslagen, de lijn is de trend. Cijfers: Parlement en politiek.

Dus ook zonder ruk naar rechts loopt de Kamer maar liefst 16 vrouwen ‘achter’. Er is een hele SP-fractie van vrouwen zoek, zou je kunnen zeggen. En de ruk naar rechts heeft dat dit jaar nog wat verergerd, terwijl de man-vrouwgelijkheid in het parlement zo onderhand haast een feit had moeten zijn.

Ik heb trouwens wel een paar ideetjes waarom dat zo zou kunnen zijn – maar daar ga ik eerst nog eens op puzzelen.

vrouwen3