Hey, Jesse Klaver, ben je soms klimaatontkenner?

GROENLINKS-VOORMAN JESSE KLAVER hoefde er welgeteld één dag over na te denken. Kernenergie? No way, wat hem betreft, zo stelde hij in een achtknaller op Twitter. Dat was amper een etmaal nadat Arjen Lubach op Zondag zijn nek uitstak en het opnam voor de omstreden energiewinning uit atoomsplitsing, en VVD’er Klaas Dijkhoff er meteen maar een nucleair proefballonnetje achteraan stuurde.

Terecht, om zo je twijfels te hebben bij kernenergie. Lubach mag dan gelijk hebben dat kernenergie relatief veilig is – het hoeft maar één keer écht mis te gaan en de poppen zijn aan het dansen. En Lubach heeft wel gelijk dat kernenergie een CO2-vrije, stabiele en goedkope manier van energie-opwekking is, hij stapt wel erg makkelijk heen over de nadelen. Zoals dat het tijd kost (en klauwen vol geld) om kerncentrales te bouwen en dat de winning van grondstoffen vaak problematisch is. Plus dat voorstanders de neiging hebben om de mooie kanten van nieuwe technieken, zoals kernfusie, zwaar te overdrijven.

Maar op zijn beurt lijkt ook Jesse Klaver iets te vergeten: de wetenschappelijke consensus.

In zijn tussenrapport van vorige maand becijfert het VN-klimaatpanel het IPCC wat er precies nodig is om de internationale klimaatdoelstelling te halen, van 1,5 graad opwarming, en zeker niet meer dan 2 graden. En in al die vingeroefeningen gaat de hoeveelheid kernenergie flink omhoog, omdat China, Rusland en India nog heel wat centrales willen bouwen.

Zo gaat zelfs in het meest ‘groene’ scenario de hoeveelheid kernenergie met 59 procent omhoog in 2030, en met 150 procent in 2050. In de minst strenge scenario’s, waarbij we de 1,5 graad tijdelijk overschrijden, vervijfvoudigt de kernenergie zelfs. Vervijfvoudigt!

Hier, kijk zelf even naar de cijfers (van links naar rechts staan de vier scenario’s, van streng naar minder hard):

nuclear

Interessant is dat die informatie een beetje verstopt staat in het rapport, en niet voorkomt in het persbericht. Kennelijk voelt het IPCC de bui ook wel hangen: shit, we zijn voor ons draagvlak afhankelijk van Groenen en Linksen, en daar is kernenergie hartstikke taboe.

Maar hee, Jesse Klaver, klimaatwetenschapontkenner! Met zo’n njet tegen kernenergie ligt het vrij simpel: we halen die doelstelling niet.

Welles!, zeggen de Jesse Klavers op dit punt altijd. We moeten en zullen de CO2-uitstoot in 2030 met 49 procent hebben verminderd, via het klimaatakkoord en met windmolens en zonnecellen.

Maar het venijn zit in dat ‘we’. Klaver denkt daarbij, lekker pastoraal, aan Nederland. Terwijl de klimaatdoelstellingen internationaal zijn. Al stoot Nederland vanaf vandaag geen molecuul CO2 meer uit, voor onze internationale klimaatafspraken maakt dat vreemd genoeg niet uit. Daarvoor kijkt men namelijk niet naar de besparing van Nederland – maar naar die van Europa.

Daar zit Klavers denkfout. Bij ‘vijf keer meer kernenergie’ ziet hij er, bij wijze van spreken, al vijf kerncentrales à la Dodewaard of Doel bij bouwen in ons toch al krap bemeten land. Terwijl het er natuurlijk om gaat dat Nederland als de sodemieter kernstroom moet gaan aanmoedigen – die vervolgens wordt opgewekt in Frankrijk of Oost-Europa. Waarna de markt zijn werk doet en er wellicht ergens in Europa iemand op het idee komt om er kerncentrales bij te bouwen.

Ik ben persoonlijk helemaal niet zo’n voorstander van kernenergie, voordat u dat nou denkt. Maar in een klimaatrealiteit waar de VVD’er zijn geliefde auto duurder ziet worden, de CDA’er zijn lapje vlees moet verruilen voor een tofuburger en de PvdA’er huurders moet lastigvallen met klimaattoeslagen, mag ook milieuminnend links best wat water bij de ideologische wijn doen.

Voorlopig weten we één ding zeker: met de koers van GroenLinks, de Groenen, Greenpeace en nog zowat wat begint met ‘Gr’ houden we de opwarming van de aarde niet onder de 2 graden, en zeker niet onder de 1,5 graad.

Dat is geen politiek of moreel oordeel – maar gewoon de wetenschappelijke consensus.

 

Is dat Bikini-atol soms een beetje nep?

Ja, verrek zeg, nou je het zegt. Dat Bikini-atol waarvan de Volkskrant afgelopen zaterdag een grote satellietfoto afdrukte? Het ziet er eigenlijk best nep uit:

jankrant1

Neem die golven. Waar je normaal rond een eiland golfbreking zou verwachten, lijken ze dwars door het eiland heen te lopen. En in de ‘baai’ zien ze er hetzelfde uit als erbuiten, alsof het er kilometers diep is. ‘Gemanipuleerd’, oordeelde emeritus-hoogleraar geologie Jan Smit (VU), die de zaak aankaartte. Iemand moet een filter over het plaatje hebben gelegd, of zoiets.

Achter de schermen gaf dat wat consternatie. De Volkskrant is in elk geval onschuldig: we kochten de foto van fotopersbureau Getty Images, mét de verdachte golfjes er al bij. Dat bureau zegt de foto weer te hebben overgenomen van de Europese ruimtevaartorganisatie ESA. Daar maakte men de opname vorig jaar met een aardobservatiesatelliet uit het zogeheten Copernicus-programma.

We vragen de originele foto op bij ESA, waar ‘mission scientist’ Craig Donlon ons uiterst behulpzaam van materiaal voorziet. En warempel: als je inzoomt, zie je wel degelijk kleine golflijntjes verschijnen. En in de baai lopen ze inderdaad anders dan buiten het eiland:

GOLFPATROON2

Maar die nepgolven dan, die zo goed zichtbaar zijn op de foto? Het is een soort gezichtsbedrog. Een schaduweffect dat je alleen maar van grote afstand ziet. Op deze uitsnede zie je goed dat de ‘grote’ golven anders lopen dan de echte golflijntjes:

TWEEDE GOLFPATROON

Wat we hier zien, zijn ‘wind-rijen’, legt Donlon uit. Door de wind ontstaan er wervelingen in de zee, en komt er organisch materiaal zoals zeewier en schuim boven. Dat gebeurt in regelmatige banden. En omdat die stroken met organische materiaal iets minder zonlicht weerkaatsen, zie je ze vanuit de ruimte als donkere stroken – de ‘gemanipuleerde’ golven van Smit.

En dat ze er zo regelmatig uitzien? Dat is de regelmaat die je vaker ziet in de natuur, legt Donlon uit: net zoals wolken soms geordend zijn in mooie rechte straten, en zandkorrels worden opgeworpen in keurige rijen.

Fascinerend. Zó vol verrassingen zit de natuur dat je zelfs als getraind geoloog nog wel eens denkt: dit bestaat niet, dit móét gewoon wel nep zijn.

931_25_62-lake-water-langmuir

Vijf fijne feitenvideo’s

HET PODCASTPROGRAMMA Onder Mediadoctoren wilde me interviewen, over hoe het is om video’s te maken bij de Volkskrant, en dus leek het me aardig om de balans eens op te maken. Welke van onze factcheckvideo’s zijn de beste?

Kijkcijfers zijn daarvoor niet de beste maat. Op Facebook, ons belangrijkste platform voor de video’s, lopen de kijkcijfers van de feitenvideo’s nogal uiteen – van 10 duizend tot, jawel, 1,9 miljoen views. Ook zonder die uitschieter (want dat was het) wisselt het aantal views sterk: gemiddeld 35 duizend views, maar met een standaardafwijking van 25 duizend, om het precies te zeggen.

Daarom kijk ik, als een volleerd sociale-media-goeroe, liever naar het aantal interacties. Hoe vaak werd een video per duizend views door kijkers geliked en gedeeld? Dat levert deze top-vijf op van onze, ik durf wel te zeggen, door de bezoeker meest gewaardeerde video’s:

Op 5: Wonen er echt tienduizend illegale asielzoekers in Amsterdam?

Op 4: Is Nederland probleem-drinkland nummer drie van de wereld?

Op 3: Zijn er in ons land meer fundamentalistische Christenen dan moslims?

Op 2: Is deze ijsbeer echt slachtoffer van klimaatverandering?

Op 1: Hoe zit dat nou met dat lagere zwarte IQ?

Leuk en motiverend, dat onze video’s zo goed worden bekeken en gewaardeerd. En veelzeggend natuurlijk, dat de best gewaardeerde video’s allemaal gaan over maatschappelijke thema’s.

We blijven vrolijk doorgaan!

(Ons vaste team bestaat uit: Rizky (coördinatie, montage, camera), Robin (camera, montage), Ronald, Tomas, Enith, Jennie (research), Myrthe (animatie), ikzelf (research, scripts, presentatie).)

Is ‘valse balans’ niet gewoon een trucje om kritiek te smoren?

DAAR WAS HET verwijt weer, in het kabaal rond de omstreden klimaattweet van Thierry Baudet deze keer. ‘Jullie creëren een valse balans!’, klonk het in koor nadat de Volkskrant een brief plaatste waarin wetenschapsjournalist Simon Rozendaal betoogt dat Baudet helemaal zo’n ongelijk nog niet heeft. ‘Schandalig!’

Valse balans, ‘false balance’ voor degenen die het wat deftiger willen laten klinken. Betekent zoiets als: een wetenschappelijk vaststaand feit in twijfel trekken, door er een minderheidsstem tegenover te stellen. Alsof die even belangrijk zouden zijn. Bij voordrachten illustreer ik het altijd met dit plaatje:

Afbeelding1

 

Inderdaad, soms valsbalanceert het uit de hand. Jeroen Pauw moest vorig jaar openlijk excuses aanbieden, nadat hij in een uitzending over vaccins een gewone arts tegenover drie vaccin-ontkennende dwaallichtjes uit het sprookjesbos had gezet. En in een open brief klaagden ruim honderd Nobelprijswinnaars dat journalisten bij berichten over genetisch gemodificeerde gewassen altijd weer de onwetenschappelijke onzin van de anti-gmo-activisten van stal halen dat gengewassen kankerverwekkend zouden zijn.

Jammer alleen dat ‘valse balans’ soms ook wordt gebruikt als trucje om tegenstanders het zwijgen op te leggen. Vooral klimaatactivisten hebben hiervan een handje. Toen ik onlangs in een uitgebreid stand-van-zakenartikel over het klimaat ook de kritische klimaatpublicist Marcel Crok kort aan het woord liet, joelden vanaf de publieke tribune prompt de blauwe twittervogeltjes: false balance, weg ermee!

Dat is natuurlijk inflatie van de valse balans. In een radioreportage op NPO1 over Monsanto’s landbouwgif ‘Roundup’ verzuimde men te vermelden dat er net een grote, onafhankelijke studie is verschenen die aantoont dat het gehate gif bij de mens géén verhoogd kankerrisico geeft. Het zou maar een ‘valse balans’ geven om zo’n ontlastend onderzoek te noemen, was het onthutsende antwoord toen ik een van de journalisten ermee confronteerde.

valsebalans

Zo ontstaat een ideologische dictatuur, een meningenkalifaat waarin alleen de heersende partijlijn mag worden uitgedragen. Het debat over het klimaat wordt verpest, niet alleen door roeptoeters als Thierry Baudet, maar net zo goed door betweters aan het andere uiterste die bij iedere tegenspraak ‘klimaatscepticus!’ beginnen te roepen en daarbij inhoudelijk redelijk goed geïnformeerde critici als Rozendaal, Crok of de Delftse hoogleraar geologie Salomon Kroonenberg het spreekrecht willen benemen. Dat werkt averechts en kan de scepsis juist voeden: welke sinistere klimaatlobby is hier eigenlijk aan het werk?

De zwijgende meerderheid van klimaatwetenschappers, zo is mijn ervaring, benoemt in interviews gewoon de onzekerheden. Daags na de herrie rond Baudet postte de Tilburgse hoogleraar Reyer Gerlagh een uitstekende, genuanceerde uitleg waar Baudet gelijk heeft en waar niet; en bij Jinek zette weerman Peter Kuipers Munneke kalm en helder uiteen dat de polen harder opwarmen. Een verademing tussen de bittere beschietingen over en weer tussen ‘klimaatsceptici’ en ‘klimaatalarmisten’, zoals de kampen elkaar noemen.

Intussen is er in de klimaatkwestie zelf best ruimte voor discussie. Vast staat dat het klimaat opwarmt en dat broeikasgassen van de mens daar de hand in hebben: een uitgangspunt dat ook critici als Rozendaal, Crok en Baudet volledig onderschrijven. Maar een stuk minder duidelijk is hoe snel dat precies gaat en wat de gevolgen zijn – laat staan welke maatregelen we de komende decennia moeten nemen.

13513-200

Natuurlijk zou het absurd zijn om bij ieder bericht over klimaatverandering een ‘ontkenner’ op te trommelen, net zoals het idioot is om bij nieuws over evolutie een creationist te bellen of bij economisch nieuws de waarzegger te raadplegen. Dat gebeurt dan ook niet. Maar valse balans mag nooit ontaarden in een heksenwaag, een instrument om ook ‘gewone’ onwelgevallige standpunten te verketteren: verboden kennis!

Zo lang die andersdenkenden maar integer zijn, een zekere autoriteit hebben zodat ze aansprakelijk zijn op hun mening, en voortbouwen op dezelfde feitenbasis als iedereen: wie wil beweren dat klimaatopwarming een complot is uit China, doet dat maar lekker bij dagblad De Kabouterbode. En, de andere voorwaarde, zo lang maar duidelijk is dat het gaat om een minderheidsstandpunt of persoonlijke mening, géén evenwichtig enerzijds-anderzijds.

trumop

Op dit moment noemt maar 2 procent van de Nederlanders het klimaat spontaan als maatschappelijk probleem, en met domheid of gebrek aan informatie heeft dat niets te maken. Wel met ideologie: er zijn nu eenmaal ook mensen die níét ’s nachts wakker liggen om de koralen bij Australië. Of die erop vertrouwen dat als de nood écht aan de man is, we ons wel een weg uit de crisis MacGyveren. Dat mag. Bij de hoogoplopende discussies over het klimaat gaat het doorgaans niet om wetenschap, maar om de achterliggende ideologieën en wereldbeelden.

Fanatieke klimaatbezorgden moeten toch eens leren dat je mensen niet overtuigt met nóg meer cijfers of nog onheilspellender toekomstbeelden – daarmee bereik je vooral de al bekeerden. Ook omerta’s en banvloeken hebben de kennistoename nooit erg  geholpen. Open discussie daarentegen scherpt het inzicht, dwingt tot nadenken en het opfrissen van oude kennis, en genereert nieuwe ideeën.

Het zou zomaar kunnen dat ongeïnformeerde meelezers niet prompt worden vergiftigd met een of andere boosaardige dwaalleer, zoals de vals-balansroepers schijnen te denken – maar dat ze er wijzer van worden.

 

 

 

scp

Ojee, het NOS Journaal wordt gevirald

WAT IS ECHT en authentiek, en waar wordt het reclame en nep? Voor diepere gedachtes over die vraag kun je natuurlijk naar de nieuwe Blade Runner gaan – óf je zet gewoon het NOS Journaal aan.

Want het was natuurlijk best een wonderlijk incident dat zich daar donderdagavond voltrok.

Het begon met een item over het plan om woningen van het aardgas af te halen. ‘Een gigantische opgave, maar wel haalbaar’, aldus de NOS, op last van netbeheerder Stedin. Waarop dit lollige itempje volgde, met twee gewone burgers die van het gas af willen en daar een vlog over bijhouden:

Eh, juist. ‘Bewoner’ Ingrid? Een beetje verbaasd over haar gebruik van het jargonwoord ‘transitie’, besloot ik toch eens te googelen wie deze mevrouw eigenlijk is.

En ja hoor. Zo heel doorsnee is Van Prooijen ook weer niet. Ze is ‘businessontwikkelaar’ bij Alliander Duurzame Gebiedsontwikkeling, de poot van energiebedrijf Alliander met ‘als doel open netwerken te realiseren voor transport en distributie van duurzame en lokale energie.’

Een mevrouw wier werk het is om huizen van het gas te krijgen, dus. En dat doet ze met enthousiasme, zo blijkt uit de blurb bij haar profiel:

vanprooijen.JPG

En ‘bijdragen aan de versnelling van de energietransitie’ is dan ook precies wat ze, vermomd als ‘bewoner’, op ’s lands meest prominente nieuwspodium mocht doen. Citaat: ‘Ik denk dat het heel belangrijk is om de bewoners en woningeigenaars nu al te informeren: deze transitie zit eraan te komen.’

Verantwoordelijk verslaggever Henrik-Willem Hofs reageerde via Twitter snel en professioneel. Hij wist het niet. En voegde op de NOS-site toe dat Van Prooijen behalve burger ook duurzaamheidsadviseur bij Alliander DGO is.

Ja, maar nou nog dat vlog.

Daarop reist Van Prooijen samen met haar vriend het land af, op zoek naar duurzame techniekjes. Zo bezoeken Henk en Ingrid (‘Ja, zo heten we écht!’) een gezin dat de verwarming heeft vervangen door infraroodpanelen, krijgen ze een duurzaamadviseur over de vloer, en bezoeken ze Bert en Ellis, een paar dat een bestaande woning liet isoleren.

Een leuk, enthousiasmerend vlog. Het is alleen wel érg goed gemaakt. Met geavanceerde video-effecten, een professioneel afgewerkte geluidsband en een leader waar ik als ervaren amateur dágen over zou doen.

En dan heeft het vlog ook nog eens dezelfde naam als de campagne ‘Van Gas Los’ die het Programmabureau Warmte Koude Zuid-Holland vorige week lanceerde – toevallig precies tegelijk met de start van het vlog.

Citaat uit de communicatiestrategie van die campagne: “Om Nederlandse bewoners mee te krijgen in deze transitie, zullen zij allen geïnformeerd moeten worden met een optimistische boodschap.”

Ik bel Van Prooijen toch maar eens op.

Die is er eerlijk over: het idee voor het vlog was van haarzelf, ‘en daarna hebben we voor de uitvoering partners gezocht’. Zo is de montage van de video’s gratis uitgevoerd door Alliander DGO. En kreeg ze de mensen waar ze met haar vriend op bezoek ging aangereikt van het programmabureau.

Pr, dus gewoon.

Maar dat wordt in de video’s verzwegen. De namen van Alliander of het Programmabureau komen nergens voor, en als het stel bij een duurzaam gezin op bezoek gaat, heet het dat ze die ‘via via’ hebben leren kennen. Ook op de sociale kanalen van Henk en Ingrid: geen woord over de sponsoring.

vanprooij2

We worden hier, kortom, gevirald waar we bij staan. Subtiel gehersenspoeld, rijp gemaakt om ook ‘de energietransitie’ te maken: wég met dat vermaledijde gas, die leuke en vooral heel gewone Henk en Ingrid doen het ook!

Van Prooijen zelf baalt ervan. Ze heeft er slecht van geslapen, belooft haar pagina’s aan te passen. ‘Ik leer hier ook weer van’, zegt ze.

Dat is vervelend, want zij kan het natuurlijk ook niet helpen. Háár enthousiasme is tenminste oprecht. En van boze opzet is geen sprake.

Word je opeens ingezet als ‘influencer’, zoals dat dan heet. ‘Dan staat opeens de NOS in je huiskamer. We waren zó overdonderd’, zegt ze.

Maar de bureau’s en bedrijven achter het offensief, hadden díé niet open kaart moeten spelen? En de NOS? Had men zich daar niet even moeten afvragen: wacht even, dat leuke spontane vlog, in hoeverre is dat gewoon reclame?

 

(Dit blog is geheel in vrije tijd geschreven, zonder sponsoring, steun of sturing van welke derde partij ook. Alleen het fragment uit het NOS Journaal is losgeknipt door een collega, omdat mijn capture-programma het niet deed. Mijn professionele cv vindt u hier.)

 

Hoe klimaatwetenschappers zich aan Harvey overschreeuwen

JE KON EROP wachten. Nu de orkaan Harvey is uitgeraasd, de doden zijn geborgen en het water is gedaald, is er de nasleep: een tsunami van wetenschappers die met opgeheven vinger benadrukken dat Harvey de orkaan toch écht te maken had met het klimaat.

Of nou ja, een beetje. Of niet echt eigenlijk.

Orkanen worden namelijk niet veroorzaakt door klimaatverandering. Ja: de zeespiegel staat wat hoger en dat duwt de stormvloed op – alleen gebeurde dat nu in dunbevolkt kustgebied. Ja: een warmere dampkring houdt meer water vast en dat geeft meer regen – alleen is dat hoogstens zes procent meer, blijkt uit de berekeningen. En ja: in een warmere wereld gaat de windkracht van orkanen iets omhoog – maar het is omstreden of zo’n effect nu al zichtbaar is.

Dat de schade in de VS zo groot was, komt vooral doordat men zijn zaakjes niet op orde had. Armoede. Bezuinigingen op waterwerken. Stadsuitbreidingen. Een kwart meer stoeptegels en asfalt sinds 1996.

Maar dat hield een aantal heren (het zijn altijd heren) klimaatwetenschapper niet tegen om toch vooral uit te weiden over wat Harvey allemaal wél met het klimaat te maken heeft.

hansen
James Hansen ziet een klimaatramp

‘Deze storm moet je opvatten als een waarschuwing. Dit verschijnsel gaan we vaker krijgen’, zei Princeton-wetenschapper Michael Oppenheimer.  ‘Harvey laat zien hoe kwetsbaar moderne samenlevingen zijn als het klimaat opwarmt’, zei atmosfeerwetenschapper Kerry Emanuel. ‘Het is keiharde natuurkunde.’

‘Harvey is hoe klimaatverandering eruit ziet’, constateerde meteoroloog Eric Holthaus op nieuwssite Politico. ‘Het is tijd om onze ogen te openen.’

‘Het is een feit: klimaatverandering maakte orkaan Harvey dodelijker’, schreef atmosfeerwetenschapper Michael Mann in de Britse milieukrant The Guardian. ‘Er is een duidelijk verband tussen klimaatverandering en sterkere orkanen’, stelde klimaatwetenschapper en activist James Hansen.

‘De menselijke CO2-uitstoot is waarom we deze orkanen hebben’, poneerde Chris Cuomo, zelfverklaard klimatoloog, intussen bij CNN. ‘We kunnen een manier bedenken om het aantal van deze stormen te verminderen.’

Einde van het liedje: een humeurige verklaring van het milieuministerie EPA, dat de wetenschap de boel niet zo moest politiseren. En de klimaatsceptici die feestelijk de kachel aanmaakten met die malle ‘alarmistische’ wetenschappers.

13513-200

Wetenschappers die spontaan naar voren dringen om uit te leggen dat een gebeurtenis die weinig te maken heeft met klimaatverandering, tóch te maken heeft met klimaatverandering. Die na een weerramp met 45 dodelijke slachtoffers haast verlekkerd roepen: kijk eens mensen, dít staat ons nou te wachten!

Het is zoiets als de PVV die na ieder wissewasje over moslims begint. Geen open, wetenschappelijk denken, maar gewoon dramatische incidenten aanwijzen om je gelijk te halen.

Zouden de Oppenheimers, Emanuels, Holthausens, Manns, Hansens, Cuomos, Emanuels en Rahmstorfen nou écht niet begrijpen dat hun gedram en gepreek alleen doordringt tot de al diepbekeerden – en ook averechts kan werken?

Dat het niet gaat om nóg snedigere soundbites, maar gewoon om het aanreiken van eerlijke, transparante, controleerbare informatie, zodat burgers zelf een oordeel kunnen vormen? (Zoals hier, of hier.)

Much to learn, you still have.

En, o ja: de eerste klimaatpraat over orkaan Irma is intussen al begonnen.

irma

 

NASCHRIFT 8-9: Dat het ook anders kan, bewijst hoofd orkaanvoorspellingen Gerry Bell van het Amerikaanse Climate Prediction Center in de New York Times. Opvallend: ‘Dr. Bell said his group does not consider climate change in developing its forecasts.’

 

Zó klimaatsceptisch is team Trump helemaal niet

Klimaatsceptisch, zo wordt het nieuwe kabinet van Donald Trump alom genoemd. Maar wie door de retoriek heenprikt, ontdekt dat het met het wetenschap ontkennen best meevalt – en dat Trump gewoon een minder linkse koers zoekt.

En zo doet Trump precies wat men al van de man verwachtte: zich omringen met klimaatsceptici. Na het binnenhalen van openbaar aanklager Scott Pruitt als hoofd van het milieuagentschap EPA, komt klimaathater Cathy McMorris Rodgers waarschijnlijk op binnenlandse zaken.

Leuk, voor de planeet. ‘Een trotse klimaatontkenner’, zo noemen ze Rodgers ook wel. Iemand die niets moet hebben van ‘klimaatverandering of klimaatwetenschap’. Ze stak als congreslid dan ook stokjes voor allerlei milieumaatregelen, krijgt geld van de fossiele industrie en poneerde dat Al Gore beter is in creatief schrijven dan in wetenschap. Fout, fout, fout.

Ja, wacht even.

Een kabinet van wetenschapshaters en kop-in-het-zandstekers? De werkelijkheid ligt belangrijk anders. Dit zijn namelijk niet zozeer malloten die alle wetenschap ontkennen; het zijn vooral gewoon rechtse politici. Mensen, die geloven dat er ook een rechts-liberale uitweg uit de klimaatproblemen is. En dat is een cruciaal verschil.

rodgers
Cathy McMorris Rodgers.

Neem Rodgers. Hoe reageerde ze toen Obama een paar jaar geleden aangaf dat aardgas ‘de overbruggingsbrandstof is die onze economie kan aandrijven met minder van de koolstofvervuiling die klimaatverandering veroorzaakt’?

We agree’, noteerde ze in een officiële reactie. Niet direct het antwoord van een glasharde ontkenner van klimaatverandering.

En die keer dat ze Al Gore uitmaakte voor fantast? Leuk om het oorspronkelijke stuk erbij te zoeken: ze deed dat in een min of meer grappig bedoelde speech voor haar achterban. Én voegde er iets cruciaals aan toe, dat bij het nakakelen van haar citaat door haar tegenstanders steevast wordt weggelaten:

We recognize the obvious: hydropower is a renewable resource.

Waterkracht. Dát is waar Rodgers op inzet. Al in 2008 gaf ze er in een toespraak blijk van heus wel door te hebben dat er zoiets is als klimaatverandering veroorzaakt door CO2:

‘Ik ben vastbesloten dat terwijl we voortgaan met het debat over klimaatverandering en hoe we onze koolstofemissies moeten terugbrengen, waterkracht erkenning verdient voor de belangrijke rol die hij speelt in het noordwesten.’

muursticker-ijsbeertje-zoo-familyZo kent Trumps klimaatscepticisme vele tinten grijs. Wat zei Trump zelf trouwens toen de New York Times hem op de man af vroeg of er nu wel of geen door de mens veroorzaakte klimaatverandering bestaat?

I think right now … well, I think there is some connectivity. There is some, something.

Nog steeds een aanfluiting tegen de wetenschappelijke consensus natuurlijk, maar toch alweer heel wat anders dan zijn eerdere brullade dat klimaatverandering een complot is van China.

Ook Pruitt, de ijzervreter die de baas wordt van het milieudepartement, blijkt bij nadere inspectie niet helemaal op zijn door de olieindustrie betaalde achterhoofd gevallen. Een essay dat hij schreef voor het rechtse opinietijdschrift National Review verheldert veel van zijn denkwijze – en ongetwijfeld van die van Trump en Rodgers.

pruitt
Scott Pruitt: vazal van de fossiele industrie

Pruitt is voor zo ver ik weet nergens te betrappen op keiharde ontkenning van klimaatverandering. Al gaat hij wel vér: ‘Wetenschappers zijn het nog steeds oneens over de mate en schaal van het broeikaseffect en de connectie met het menselijk handelen.’ Strikt genomen klopt dat, al zal het bij de meeste wetenschappers het bloed onder de nagels vandaan halen.

Maar daarna komt de aap uit de mouw. ‘Klimaatverandering heeft geleid tot een van de grote beleidsdebatten van onze tijd. Dat debat is verre van beslecht’, schrijft Pruitt. Wat hem dwarszit, is niet zozeer of het klimaat al dan niet verandert – dat lijkt ook hij te zien als een gegeven – maar in hoeverre de federale overheid mag ingrijpen over de hoofden van staten en bedrijven heen.

Pruitt, nou eenmaal een rechtse rakker en belangenbehartiger van de fossiele industrie, vindt uiteraard van niet. Dat mondt uit in dit prachtige stukje Republikeinse politieke porno:

‘Zelden in de geschiedenis van de natie is de politiemacht van de overheid zo gretig ingezet om burgers tot stilte te intimideren. Maar nog verontrustender zijn de interne e-mails en andere documenten die aangeven dat deze inmenging is georkestreerd door groene-energie-lobbygroepen die de ambtenaren als marionetten gebruiken om hun extreme agenda’s te bevorderen. Dat zou ons allen angst moeten inboezemen. Groepen van buiten zouden niet in staat mogen zijn om de macht van de overheid te gebruiken als zwaard om achter hun politieke tegenstanders aan te gaan.’

Heerlijk. Er is geweld, er is intimidatie, er is de grote boze overheid en er zijn zelfs geheimzinnige ‘groepen van buiten’ (outside groups) aan het werk. Maar: als puntje bij paaltje komt, zijn geharnaste tegenstanders als Trump en Pruitt best bereid om te erkennen dat er zoiets is als klimaatverandering. ‘I have a very open mind to it’, zoals Trump dat zei.

muursticker-ijsbeertje-zoo-family

Een belangrijk onderscheid. Het zijn hier niet zozeer de wetenschappelijke feiten die botsen, maar de onderliggende wereldbeelden. De klimaat- en milieuwetenschap, gedomineerd door liberale, linkse mensen, weten wel wat wat hen betreft te oplossing is: nú de CO2-productie terugdraaien, met wind- en zonne-energie (en liever geen kernenergie), anders gaan kwetsbare ecosystemen ten onder, gevolgd door allerlei andere milieuellende. Zo is klimaatwetenschap als vanzelfsprekend synoniem komen te staan met links beleid. Maar wie zegt dat we allemaal even begaan zijn met het lot van de koralen en de ijsberen?

Natuurlijk zijn er ook andere visies denkbaar. Zoals: kom maar op met de klimaatverandering, als de nood echt hoog wordt lost de industrie het wel op met innovatie en misschien ‘geo-engineering’ van het klimaat. Of: dat hele klimaatverhaal wordt zó gecontroleerd door linkse types, het zal als puntje bij paaltje komt vast wel meevallen. Of zelfs: ach, als de klimaatverandering echt rampen gaat geven zoals overstromingen en natuurgeweld, zijn wij in het westen rijk en sterk genoeg om onszelf te redden, en de rest zoekt het maar uit.

En ja, dat is cynisch en rechts – maar daarom niet per se minder waar of minder wetenschappelijk dan de zelfverzekerde ‘de aarde staat in brand en nú is het tijd voor actie’-retoriek die in het discours allesoverheersend is geworden.

Het klimaatdebat zou minder moeten gaan om het winnen van zieltjes, en meer om het klimaat. Wie de strijd om het klimaat écht wil winnen, heeft weinig aan gehakketak met nog indringender milieufolders en nog alarmerender cijfers. Veel meer heb je aan dialoog, en met verbredende, pragmatische ideeën komen die ook op rechts acceptabel zijn – zoals ‘ecomodernistische’ ideeën over grootschalige industriële zon- en kernenergie.

En als zo’n Rodgers zich dan weer eens laat ontvallen dat de wetenschap dit of de wetenschap dat, let dan op. Wat probeert hij op zo’n moment eigenlijk te zeggen?

Biotech = Godzilla?

(Deze column schreef ik voor het Volkskrant/KNAW/Nemo KennisCafé van oktober 2016, ‘Gentech in je eten’)

Beste mensen,

Zo half in de 20 zal ik zijn geweest toen ik voor het eerst hoorde van Freeman Dyson.

Dronken van jeugdige opstandigheid was ik destijds. ‘Biotech is Godzilla’ had ik gehoord van de Braziliaanse thrashmetalband Sepultura. En die konden het weten: ze kwamen uit een land waar Monsanto de armen uitwrong met Terminatorzaden, patenten op genen en gifthat melts your face’, om Sepultura te citeren.

En toen was daar Freeman Dyson. Een fijnzinnige theoretisch natuurkundige van de Princeton-universiteit die er warempel zelf een beetje uitzag alsof-ie genetisch was gemanipuleerd. Zoals we in de 20ste eeuw elektronen hebben getemd, schreef Dyson in allerlei essays die ik las en herlas, zo gaan we in de 21ste eeuw de genen temmen. Het leven zal versmelten met de technologie. En hij begon over kinderen die in de biologieles de meest fantastische levende wezens knutselden, en over hoe onze verre nakomelingen zichzelf genetisch zouden upgraden tot levende ruimteschepen.

Levend weefsel als bouwmateriaal, wat je dáár allemaal niet mee kunt! Je zou de wereld kunnen voeden met supersnel groeiende, extreem gezonde gewassen. Het klimaatprobleem oplossen door planten te ontwerpen die CO2 afvangen en diep onder de grond opslaan. De wereld van energie voorzien met zwarte planten die zonlicht omzetten in elektriciteit. De software van de natuur heeft al die fabelachtige plug-ins al in huis.

2.jpg
Freeman Dyson

Nog natter werd mijn biotechnologische droom met de komst van nieuwe, goedkope gentechnieken. De laatste jaren werd het voor het eerst mogelijk om aan biotech te doen zonder dat je er miljarden voor nodig hebt. Kunnen we eindelijk Godzilla Monsanto zijn monopolie uit de gierige klauwen slaan.

Er is eigenlijk maar één probleem: mijn oude makkers op links. Die willen niet. Ze komen op dit punt met allerlei bangmaakverhalen over hoe gevaarlijk gengewassen zijn, maar eigenlijk bedoelen ze iets heel anders: ze verlangen naar puurheid en eenvoud. Een ideaal dat teruggaat op de filosofie van Jean-Jacques Rousseau.

Wat natuurlijk is, is goddelijk en puur; en alles wat is aangeraakt door mensenhanden, dient te worden gewantrouwd – net als gentech. Een religieus sektarisme, dat zich doorgaans uit in onschuldige malloterieën met dolfijnen, gladde steentjes en gemekker over aura’s – maar dat hier opeens de vorm aanneemt van een algehele weigerachtigheid om ook maar één tengel uit te steken en iets te doen aan honger, armoede en milieuproblemen.

Monsanto is allang niet meer de enige Godzilla; Greenpeace en Friends of the Earth zijn hier de nieuwe multinationals die met leugen en intimidatie de dienst uitmaken.

Tijd voor een nieuwe opstand der agressieve langharigen, zou ik zo zeggen. Ik stel me een revolutie voor van bio-punkers, genetische hackers en achtertuin-anarchisten, die zelf de meest fantastische gewassen ontwerpen en online met elkaar delen: ultragezonde tomaat, supergroeiend fruit, groenten in allerlei modieuze vormen en kleuren.

Want wat was volgens Sepultura, die metalband uit de Braziliaanse sloppenwijk, ook alweer het beste antwoord op armoede en onderdrukking? Precies: je moest ze om de oren slaan met wetenschap:

‘Knowledge is the weapon against the hunger in the land.’

 

Het PBL verkoopt een zedenpreekje

EEN KENNIS WEES me op een onderzoek van het Planbureau voor de Leefomgeving, dat een tijdje terug verscheen in het vakblad Environmental Science and Technology. Ik had het niet opgemerkt, en dat is niet zo vreemd, want de uitkomst is niet direct iets om van om te vallen: aan de hand van enquetes met 1868 wetenschappers die over klimaat schrijven, komen de Nederlanders tot de ontdekking dat hoe meer iemand over het klimaat publiceert, des te meer verstand hij (of zij) heeft van de opwarming van de aarde. Een bevinding die in de Volkskrant-rubriek ‘open deur van de week’ niet zou misstaan.

Waaróm, vraag je je af. Zo’n onderzoek kost toch geld, en de onderzoekers hadden een interessante (en grote!) club respondenten bij elkaar weten te krijgen, aan wie ze ook veel spannender vragen hadden kunnen stellen.

Maar er zat een adder onder het gras. Het ging het Planbureau niet zozeer om het peilen van de kennisstand onder wetenschappers – het ging ze uiteindelijk om het winnen van zieltjes voor de Grote Strijd tegen de broeikasgassen. Zó begint het artikel (vertaald uit het Engels, vet van mij):

‘Het algemene publiek is sterk verdeeld over de kwestie van de menselijke veroorzaking van klimaatverandering. Velen geloven dat klimaatwetenschappers net zo verdeeld zijn over diezelfde vraag, anders dan wat verschillende onderzoeken hebben uitgewezen. Percepties van de mate van eensgezindheid of verdeeldheid onder wetenschappers beïnvloeden de publieke acceptatie van wetenschappelijke conclusies in hun steun voor daaraan gerelateerd beleid.’

Ofwel: door te laten zien hoe eensgezind de wetenschap is, willen de onderzoekers een argument aanreiken om klimaattwijfelaars de wind uit de zeilen te nemen. Een uitstekend idee – hoe meer wetenschappelijk geïnformeerd mensen zijn hoe beter, denk ik altijd maar.Er is alleen wel een probleem: die ‘sterke publieke verdeeldheid’ waarover de onderzoekers het hebben, bestáát helemaal niet.

Althans, niet in onze contreien. De voetnoot uit het onderzoek verwijst naar een Amerikaanse publiekspeiling, waaruit blijkt dat in de VS maar 34 procent gelooft dat de aarde opwarmt door toedoen van de mens. Bovendien denkt minder dan de helft (44 procent) dat er onder wetenschappers eenstemmigheid is.

Schokkend inderdaad. Rare jongens die Amerikanen. Doe er eens wat aan. Maar het lijkt me nu niet direct een klus die op het pad ligt van het Planbureau voor de Leefomgeving uit Bilthoven.

Bij ons liggen de verhoudingen namelijk helemaal anders. 90 Procent vindt klimaatverandering een groot tot zeer ernstig probleem. 70 Procent snapt dat de mens de hand heeft in de opwarming, driekwart vindt dat er belastingmaatregelen moeten komen om het energieverbruik af te remmen. En in Europa vindt men de opwarming van de aarde een van de grootste wereldproblemen (PDF) – erger nog dan kernwapens, overbevolking, internationaal terrorisme en de besmettelijke ziekten die jaarlijks tientallen miljoen levens eisen.

Het heeft er, kortom, alles van weg dat klimaatscepsis een typisch Amerikaanse eigenaardigheid is, net als ’s ochtends de vlag groeten of het in twijfel trekken van de evolutie.

Maar die helft van de werkelijkheid vegen de onderzoekers onder het tapijt. De positievere, Europese cijfers worden verzwegen (terwijl de onderzoekers er beslist van op de hoogte zijn: twee van hen schreven er pas nog een ingezonden brief over in de krant) en de cijfers worden niet uitgesplitst naar continent.

U wordt hier dus eigenlijk bepreekt: het is toch verschrikkelijk, de mensen nemen klimaatverandering niet serieus genoeg!

d6bZon-wolk

Er is nog iets anders, want ik zou dit niet eens schrijven als vervolgens mijn vakgenoten en ik niet de schuld van alle narigheid kregen. Want wat blijkt? De media hebben het gedaan!, aldus de PBL’ers. Wij houden de domheid in stand door voortdurend klimaatsceptici aan het woord te laten. Zo staat het althans in het onderzoek:

‘[Onze resultaten] geven aan dat diegenen die het het meest oneens zijn met een merkbare invloed van door de mens uitgestoten broeikasgassen op het klimaat, oververtegenwoordigd zijn in de media, ten opzichte van de aanwezigheid van die meningen in de wetenschappelijke gemeenschap.’

Op zijn weblog – ook al zoiets, een prominent klimaatactivistisch weblog runnen en dan toch aangeven dat er geen sprake is van verstrengelde belangen – zet hoofdauteur Bart Verheggen het nog wat sterker aan: ‘Dit toont aan dat ‘klimaatsceptische’ meningen in de publieke media vaker voorkomen dan in de wetenschappelijke gemeenschap.’

Dat is inderdaad zorgwekkend (en van FOX News trekken ook mijn tenen krom), maar ook hier spinnen de onderzoekers de feiten. De onderzoekers hadden hun respondenten gewoon gevraagd naar hun indruk: hoe vaak (of hoe weinig) komen jullie naar jullie gevoel in het nieuws?

Daaruit bleek dat wetenschappers die de opwarming van de aarde laag inschatten naar eigen zeggen vaak de media halen, net als trouwens wetenschappers die menen dat de rol van broeikasgassen beperkt is. Kijk maar (tekst vervolgt onder grafiek):

Hoe vaak haalt u de media? Een grafiek uit het PBL-onderzoek om even rustig te bekijken. Links uitgesplitst naar geloof in klimaatgevoeligheid, midden naar geloof in broeikasgassen als aandrijfkracht van de opwarming, rechts naar geloof in de mate van opwarming.
Hoe vaak haalt u de media? Een grafiek uit het PBL-onderzoek om even rustig te bekijken. Links uitgesplitst naar geloof in klimaatgevoeligheid, midden naar geloof in broeikasgassen als aandrijfkracht van de opwarming, rechts naar geloof in de mate van opwarming.

Dat ziet er inderdaad ernstig uit. En hoewel het raar is om klimaatsceptici nu opeens wél op hun woord te geloven – ze zullen maar gelijk hebben.

Geschrokken heb ik toch eens de proef op de som genomen voor de Nederlandse (en Vlaamse) situatie, door in het archief van Trouw, NRC, Volkskrant, AD, De Morgen en Het Laatste Nieuws te checken hoe vaak ‘wij van de journalistiek’ sceptisch ingestelden aan het woord laten. Gunnen we echt vaker het podium aan econoom Hans Labohm, publicist Marcel Crok en PVV’er Richard de Mos dan aan onversneden ‘klimaatalarmisten’ (excusez le mot) als hoogleraar duurzaamheid Wubbo Ockels, hoogleraar transitiekunde Jan Rotmans of klimaatjournaliste Bernice Notenboom?

Ach welnee:

grafiek1

Daar komt nog eens bij dat sceptici als Labohm en De Mos, als ze ‘de media halen’, dat in de regel negatief doen: een factcheck waarin ze op hun nummer worden gezet, een beschouwing hoe je ze het beste kunt negeren, een cynisch nieuwsstuk met als kop ‘Handelaren in wetenschappelijke twijfel.’

d6bZon-wolk

Het punt is, natuurlijk, opnieuw dat Europa geen Amerika is en dat je The Guardian, Trouw of De Volkskrant niet kunt vergelijken met FOX News of The Washington Post. Zorgwekkend genoeg als je in Amerika woont – maar volstrekt belachelijk om dat door te trekken naar de hele wereld.

Toch is dat precies wat de auteurs graag willen: doen alsof de Amerikaanse situatie de hele wereld betreft. Alsof er ook hier enorm veel onbegrip is over het klimaat.

Dat sluit namelijk beter aan bij het bekende klimaatactivistische frame van goed en kwaad: je hebt de klimaatwetenschappers die proberen de wereld te redden, en kwaadaardige tegenkrachten die dat tegengaan (en o ja, de domme media die Het Kwaad de hele tijd aan het woord laten). De Amerikaanse situatie voorhouden als truc om de massa te mobiliseren: kijk uit, u neemt het niet serieus genoeg, de grote boze klimaatontkenners zitten overal, en de media zijn niet te vertrouwen!

Dat er intussen in Europa rondom het klimaat een complete industrie is verrezen van pseudowetenschappelijke onderzoeksbureautjes, zichzelf aan subsidies lavende zakenmannetjes, en hoogleraren die met miljoenen aan publiek geld allerlei triviaal onderzoek doen – daarover hoor je deze mensen helaas wat minder.

Dat de PBL-onderzoekers de beste bedoelingen hebben, daaraan twijfel ik geen moment. Het is alleen wel een beetje jammer dat hun studie – nu alweer vijf keer geciteerd door anderen – vooral bijdraagt aan een verdere verdeling van wetenschappers in goed en kwaad.

Niet langs de lijnen van wie de sterkste wetenschappelijke argumenten heeft – maar gewoon, op morele en ideologische gronden.

d6bZon-wolk

Naschrift:

Omwille van de leesbaarheid heb ik enkele meer technische bezwaren tegen de resultaten van de PBL-onderzoekers achterwege gelaten:

Ten eerste geldt zelfrapportage, in ethisch beladen kwesties, als zeer onbetrouwbaar. De wetenschappers die aangeven dat ze zeer vaak in de media komen, voelen zich misschien in het nauw gedreven: ‘Maar ik heb anders net nog een journalist gesproken hoor!’

Ten tweede ontbreekt een indeling van de geïnterviewden naar precieze vakachtergrond. Dit kan de zaak zeer vertekenen, omdat de ene discipline nu eenmaal ‘mediagenieker’ is dan de andere: menswetenschappers en artsen halen vaker de krant dan natuurkundigen of scheikundigen. De antwoorden kunnen dus gewoon een artefact zijn: beleidswetenschappers halen vaker het nieuws én staan verder af van de klimaatwetenschap. De onderzoekers hadden in mijn optiek hiervoor moeten corrigeren.

Ten derde (in het verlengde hiervan) ontbreekt een analyse van waarmee de bevraagde onderzoekers in het nieuws komen. Het is best denkbaar dat, zeg, een astronoom die wel eens onderzoek doet naar het klimaat vaak in het nieuws is vanwege zijn expertise op het gebied van Mars en Venus. Even zo is het denkbaar dat een klimaatwetenschapper vaak het nieuws haalt vanwege zijn kennis van het weer. Ook hiervoor hadden de onderzoekers in mijn optiek moeten corrigeren.

Ten vierde wijst psycholoog José Duarte er in een venijnig commentaar op dat het PBL-onderzoek teruggetrokken zou moeten worden om allerlei redenen: zo zou de aanwezigheid van onderzoekers uit totaal triviale vakgebieden de resultaten ernstig vertekenen. In een reply gaan Verheggen en collega’s daar tegenin. Maar oordeelt u vooral zelf, erg overtuigend vond ik het antwoord van de PBL’ers niet.

Ten vijfde is het vreemd dat de PBL-onderzoekers niet met een steekproef of een media-analyse hebben geprobeerd hun beweringen te valideren. Dat is des te vreemder omdat hun paper erom draait dat ‘sceptisch’ ingestelde wetenschappers niet goed zijn te vertrouwen. Maar kennelijk vertrouwen de PBL-onderzoekers hen wel als ze aangeven veel in de media te komen?

Ten zesde stelt Verheggen in zijn blog wetenschappers die de opwarming van de aarde laag inschatten zonder meer gelijk met ‘klimaatsceptische meningen’. Dat is ten onrechte: het kan er ook op duiden dat het hier gaat om wetenschappers die eenvoudigweg minder kennis van zaken hebben omdat ze verder van het klimaatonderzoek af staan (beleidsonderzoekers, bijvoorbeeld). Ook hiervoor hadden de onderzoekers in mijn optiek moeten corrigeren.

Edits:

13/4/15: Kleine tekstuele aanpassingen.

Is zo’n bioloog die de beertjes aait wel te vertrouwen?

‘MOOI WERK!’, ZO reageerde een ter zake kundige collegajournalist op mijn blogpost over Bogus de Klimaatbeer van laatst. ‘Jammer dat je verwijst naar ontkennersagitprop, dat wel.’

Die ‘ontkennersagitprop’ – mijn collega is lenig met woorden – ging over een hyperlink helemaal op het einde van mijn blog, naar een rapport over ijsberen. Het zou allemaal reuze meevallen met het leed van de ijsberen in het hoge noorden, schrijft daarin de Canadese poolbioloog Susan Crockford.

Ook andere lezers stoorden zich eraan dat ik die link had opgenomen. ‘Niet bepaald de meest betrouwbare bron als het gaat om onafhankelijke feiten over het lot van de ijsbeer’, mailde helemaal vanuit Suriname een onderzoeker van bladsprietkevers.

Daar stond ik mooi voor lul. Crockford is dan wel bijzonder ijsbeerdeskundig, ze maakt ook deel uit van de Global Warming Policy Foundation (GWPF), een los netwerk van intellectuelen en wetenschappers die vinden dat we te paniekerig doen over de opwarming van de aarde. Bovendien zou ze volgens haar critici voor 750 dollar per maand op de loonlijst staan van het Heartland Institute, een aartsconservatieve Amerikaanse lobbyclub die de opwarming van de aarde ontkent. Fout, fout, fout.

Ik besloot iets te doen dat in ons tijdperk van meningenroeperij nogal ongebruikelijk is: het gewoon aan haar vragen.

muursticker-ijsbeertje-zoo-family DE IJSBEERVROUW REAGEERDE ijzig. Jemig, die paar grijpstuivers. ‘Het is beledigend beyond words om te denken dat een respectabele wetenschapper zoals ik te koop zou zijn, laat staan zo goedkoop.’

Dr. Susan Crockford
Dr. Susan Crockford

Het ging ook helemaal niet om een vaste betaling, maar om een freelanceklus die ze had gedaan, verduidelijkte ze. ‘Ik werd één dag in de maand betaald om samenvattingen te maken van gepubliceerde papers over gewervelde dieren (mijn specialiteit) waarvan ik vermoedde dat ze wellicht waren weggelaten uit het IPCC-rapport.’

Maar goed: waarom zo aanleunen tegen de dark side van de force?, drong ik aan.

Crockford, per ommegaande: ‘Het was vast makkelijker geweest om de klus niet te aanvaarden om de verdenkingen te omzeilen. Maar daar ben ik de persoon niet naar. Ik zag aan het IPCC-rapport dat er legitieme literatuur was weggelaten die nodig is om een gefundeerd oordeel te vormen. Als ik iets onderzoek, kijk ik naar alle kanten: dat is wat een wetenschapper hoort te doen.’

Waarop ze mopperend haar geloofsbrieven nog maar eens op tafel legde: 40 jaar werkzaam, talloze publicaties, nog nooit beschuldigd van vooroordelen of valsspelen tot ze de klus van het Heartland Institute aannam.

‘Ik ben opgevoed in een streng progressief gezin, ik ben voor abortus en levenslang atheïst. Ik zit zo ver van het karikatuur van de conservatieve klimaatontkenner als maar denkbaar is. Ik ben bovenal een overtuigd wetenschapper – dat is waar het mij om gaat.’

full30378760

BEHULPZAAM SPEELDE DE agitpropcollega me intussen een heel ander artikel toe. ‘IJsberen verdwijnen uit sleutelgebied’, stond er in ronkende termen boven. Uit onderzoek zou blijken dat het juist reuze slecht gaat met de arme ijsbeertjes, stelde het stuk.

Juist, ja. De ijsberenonderzoeker in kwestie bleek ecoloog Steve Amstrup, die destijds weliswaar in overheidsdienst werkte, maar nog voor publicatie van het onderzoek zou verkassen naar het andere kamp – dat van de natuurbeschermers. Bij het artikel zie je hem op de foto, terwijl hij drie baby-ijsbeertjes aait, lekker objectief wel.

Ook al fout, fout, fout.

Steve Amstrup aait, eh, onderzoekt de beren.
Dr. Steve Amstrup aait, eh, onderzoekt de beren.

‘Maar natuurbeschermers zijn niet gelijk aan kapitalistische lobbyclubs’, wierp de collega tegen. ‘Algemeen belang versus egoïsme. En mijn basisvertrouwen in altruïsten is groter dan egoïsten.’

Was het maar zo simpel. Ook bij conservationisten gaat het vaak gewoon om poen, roem en baantjes. Natuurbeschermers hebben er nu eenmaal direct belang bij om te roepen dat het slecht gaat met de natuur.

De Surinaamse bladsprietkeveronderzoeker gaf intussen een verstandig geluid af. ‘Ik durf er wel van uit te gaan dat de GWPF net zo hard wil roepen dat er niks aan de hand is, als dat Greenpeace wil roepen dat de Noordpool morgen gesmolten is als we nu niets doen.’

En, toen ik hem antwoordde dat er wel meer studies zijn die aangeven dat het best goed gaat met de ijsbeer: ‘Dan zou ik je willen aanraden om naar die volkomen onverdachte bronnen te linken’, kopte bladsprietkeverman in. ‘Dat komt bij gelijke inhoud toch betrouwbaarder over.’

Goed punt, maar Crockford is leesbaarder en completer. Een mooie introductie ijsberenkunde, the untold story. ‘Ian Stirling (bioloog en prominente ijsberenbeschermer) heeft tonnen aan oliegeld aangenomen gedurende zijn loopbaan’, zegt Crockford. ‘En toch vroeg niemand zich af of hij bevooroordeeld was. Zo hoort het ook: een goede wetenschapper laat de bron van zijn contractgeld het resultaat niet beïnvloeden.’

Haar advies: ‘Houd het zakelijk. Als er kritiek is op wat ik schrijf, laat ze hun argumenten geven, zoals ik die van mij heb gegeven.’

full30378760 ZO KIBBELDEN ZE verder, de ijsbeeronderzoekster, de blogger en de bladsprietkeverbioloog, tot de lange, koude poolnacht inzette en de ijsbeertjes kwamen vragen of het wat zachter kon.

Les geleerd: zelfs over zoiets basaals als het aantal ijsbeertjes op de noordpool kunnen voor- en tegenstanders het niet eens worden. Je zou toch zeggen: als we robots op een komeet kunnen zetten, dan moet het tellen van die knotsen van ijsberen toch een koud kunstje zijn?

Het is maar hoe je het bekijkt. Er zijn plekken waar het goed gaat met de beren, en plekken waar het slecht gaat. Methodes waarmee je meer beren vindt, en methodes voor minder.

Je kunt roepen dat er steeds minder noordpoolijs is in de nazomer, of benadrukken dat de ijsberen dan allang met hun dikke witte kont op het land zitten (ze jagen vooral in het voorjaar en begin zomer). En de waarheid? Die ligt, zoals zo vaak, in het midden. (Echt waar).

Dan te bedenken dat mijn blog niet eens ging over de vraag of het goed of slecht gaat met de ijsbeer. Maar noem het woord ‘ijs’ of ‘noordpool’, en overal spitsen de fanaten hun oren: ‘Hee, hoorde ik daar nou iemand klimaat zeggen?’