EN DAAR KREEG Evangelia Demerouti, chief diversity officer van de TU Eindhoven, zowaar het verwijt vrouwonvriendelijk te zijn. Allemaal vanwege deze opmerking, die ze maakte in een leerzaam en interessant interview met mijn collega Marjon Bolwijn.
Vraagt Marjon: Welk concreet voordeel verwacht u eigenlijk van meer vrouwelijke wetenschappers aan de TU Eindhoven?
Zegt de diversiteitsofficier:
Waarna mevrouw nogal begrijpelijk het verwijt kreeg de rolletjes weer eens lekker te bevestigen:
Een lastige kwestie – dé lastige kwestie, zou ik haast zeggen. Is de wereld te vierkant voor de ronde blokjes genaamd vrouw? Of is het een illusie dat er überhaupt ronde en vierkante blokjes bestaan en passen ze als je het probeert gewoon door dezelfde opening?
Ik behoor tot de eerste school.
Natuurlijk zijn mannen en vrouwen anders. Mannen hebben zwaardere stemmen, baardgroei, borsthaar, mannenkaalheid en meer spieren. Man en vrouw zijn seksueel dimorf, zoals biologen zeggen. De mannetjes zijn iets beter toegerust om het nest te bewaken, de vrouwtjes iets meer om het nest te verzorgen.
En er is geen enkele reden waarom die overduidelijke fysieke verschillen opeens ophouden aan de buitenkant.
Ik heb altijd geleerd: als een bepaalde eigenschap in allerlei totaal verschillende culturen voorkomt, is er gerede kans dat er biologie aan ten grondslag ligt. En in haast alle culturen doen mannen ‘de buitenboel’. Ze gaan erop uit om te vechten, vertegenwoordigen de groep tegenover andere groepen en doen nutteloze dingen zoals met elkaar in de sportkantine zitten.
Terwijl de vrouwen met elkaar de binnengemeenschap vormen, hun eigen en elkaars kinderen grootbrengen, de meeste calorieën binnenhalen, de sociale cohesie handhaven en weer andere nutteloze dingen doen zoals eindeloos winkelen op zoek naar het ideale paar schoenen.
Hoor ik u daar nu door het lint gaan?
Wacht, veeg het schuim van uw lippen. Het grote misverstand is dat dit soort basisneigingen een of andere schutting zouden plaatsen tussen vrouwen en mannen. Alsof er twee gescheiden werelden zijn: een waarin de mannen mannendingen doen, en een waarin de vrouwen vrouwendingen doen.
Maar dat is natuurlijk onzin. Verzonnen door mannen (en hier en daar een vrouw) die bang zijn voor een verstoring van de sociale orde, met een heersende mannenkaste die tegen betaling allemaal leuke dingetjes mag doen buiten de deur, en een vrouwenkaste die onbetaald in de weer is met de kinderen, het eten en het huis.
In werkelijkheid overlappen de verdelingen elkaar grotendeels:
Denk maar aan – iets onomstredens en meetbaars – lichaamslengte. Nederlandse vrouwen zijn gemiddeld 13,7 centimeter korter dan mannen, die gemiddeld 1,81 meter lang zijn. Maar omdat het gemiddeldes zijn, zijn er heus ook mannen die korter zijn dan sommige vrouwen, en vrouwen die langer zijn dan de gemiddelde man.
Stel, ik heb een magazijn waar de spullen zo hoog staan dat je minimaal 1,75 meter lang moet zijn om er te werken. En dat daar vervolgens haast alleen maar mannen werken. ‘Sorry hoor, maar mannen zijn nu eenmaal langer dan vrouwen!’, verdedig ik me, en ik kom met deze grafiek:
Mis natuurlijk: in werkelijkheid sluit ik een procent of 20 van de vrouwen uit – het deel dat ik hieronder arceer:
De Eindhovense oplossing: draai mijn arm om en dwing me om meer vrouwen aan te nemen.
Maar er is natuurlijk ook een andere oplossing. Koop een trapje, zodat meer mensen overal bij kunnen:
Goed: nu de techniek.
Dat mannen de oplossingen meer zoeken in dingen en vrouwen meer in mensen, is redelijk onomstreden – als u me niet gelooft, lees deze meta-analyse er eens op na. Dat dit net als baarden en borsten in elk geval voor een deel wordt aangestuurd door hormoonverschillen, achten kenners ook al aannemelijk.
Volgens dat dingen-mensen-onderzoek heeft van de mannen 82,4 procent meer belangstelling in dingen. Aan de TU Eindhoven is momenteel 87,4 van de hoogleraren man.
Met wat fantasie (en mannelijk denken) komt de TU Eindhoven dus eigenlijk ‘maar’ 5 procentpunt vrouwelijke hoogleraren tekort, ofwel 13 vrouwen (de universiteit heeft in totaal 264 hoogleraren, en 5 procent van 264 is 13).
Alle reden dus om zo’n mannenbolwerk de arm om te draaien en ze onder dwang vrouwen te laten aannemen.
Maar wat de diversiteitsofficier zegt, is ook waar. En dus helpt het om een trapje te kopen – en de opleidingen wat meer menselijkheid te geven.
Dat kan vast makkelijker dan je denkt.
Laat je eerstejaars in plaats van een spaghettibrug een spaghettistoel bouwen of een spaghettibed: zelfde constructieregels, maar met de mens voor ogen.
Doe meer in groepjes.
En kap verdorie eens met dit soort neutronenbomfoto’s op je website:
Zo kan ik nog honderd dingen bedenken. Als u een consultant nodig heeft, belt u even?